De tocht op Hollandsche IJssel was zeer de moeite waard. Een mooie omgeving en heel mooi weer: een graad of 20. Een verslag maken was best nog lastig, want wat moet je schrijven over kanoën en over een mooie omgeving? Gelukkig heb ik Maarten bereid gevonden zijn wetenschappelijk verantwoorde verhaal ter beschikking te stellen. Daar beginnen we dus maar mee.

Vandaag de dag zijn we verwend met snelwegen, spoorwegen, bruggen, kortom: goede verbindingen, en dan nog wel in keurig drooggemalen polders. Dat was in de geschiedenis wel anders: het grootste deel van Nederland bestond uit moeras, hier en daar onderbroken door wat zandgronden en meanderende rivieren. Varen was daarmee een aantrekkelijke vervoersoptie, zowel voor goederen als voor personen. De Romeinen in hun tijd lieten daarom na wat we nu de Limes noemen: een keten van centra langs een kleinere rivier (de Oude Rijn) op een zandrug (in Alphen nog altijd zichtbaar én treffend genoemd: Hoge Zijde).

De Hollandsche IJssel

Nog een rivier die al vroeg in de geschiedenis bruikbaar was is de Hollandsche IJssel, waar we vandaag varen. De stromen, die wij nu Waal, Rijn, Lek en Maas noemen, konden in die tijd beperkt gebruikt worden voor vervoer. De rivieren zijn groot, en waren daarmee wild met vaak een forse stroming – men kwam er niet tegenin – en ook nog eens in moeras. Pas de regulatie/normalisatie met winter- en zomerdijken in de 19e eeuw en de komst van machines/motoren maakten deze rivieren bruikbaar tot op de dag van vandaag.

Bij de kleinere rivieren leidde vroege bedijking tot de praktische mogelijkheid van de trekvaart, waarbij zowel mensen als paarden de schuiten voort konden trekken langs een jaagpad. Ook dit fenomeen is vaak nog herkenbaar in straatnamen. Merk overigens op dat mijn adres (Nieuwveens Jaagpad) die naam kreeg bij gemeentelijke herindeling toen de trekvaart voorbij was….

Die kleinere, vroeg voor vervoer benutte rivieren resulteerden natuurlijk onmiddellijk in handelscentra, trajectsteden etcetera. Het is hierom dat plaatsen als Alphen, Zwammerdam, Bodegraven en Woerden langs de Oude Rijn, en Montfoort, Oudewater, Goejanverwelle (nu Hekendorp), Haastrecht en Gouda al zo lang bewoonde centra zijn. Het kost wel enige moeite om te zien dat ze veel ouder zijn dan andere oude steden, want houtbouw had niet het eeuwige leven en, net als nu, verrezen nieuwe gebouwen waar krotjes waren vergaan, gesloopt of verbrand: vroeger een aanzienlijk risico in de steden.

Zeker in Oudewater en Gouda is duidelijk zichtbaar dat de rijkdom ook getoond werd: vele panden in het oude centrum zijn ware statussymbolen. Maar let op hoe belangrijk het water was: aan de achterzijde hebben de meeste panden een deur aan het water, of een tuin/plaatsje aan het water. “Leveranciers achterom” is van alle tijden.

De Goejanverwellesluis.

Bekend is natuurlijk de aanhouding van Wilhelmina van Pruisen in 1787 bij Goejanverwellesluis, hoewel die aanhouding eigenlijk aan de Vlist was. (Net als nu claimde men graag bijzondere voorvallen). Weliswaar reisde zij per wagen, maar toch illustreren de details veel van bovenstaande tekst. Men vermoedde dat ze zo komen en ze kon slechts via een enkele vaarweg of zandrugroute. Toen er verse paarden en overnachtingen werden geregeld langs die route was het niet zo moeilijk meer haar op te wachten.

Weer terug naar het heden.
We konden onze auto’s prima kwijt op de TOP (Toeristisch Overstappunt) van het Landgoed Linschoten direct aan het water. Het Landgoed Linschoten is met 450 hectare het grootste landgoed in de Randstad en bestaat uit een park, graslanden, bossen en mooie boerderijen. Het is een beschermd natuurgebied.  Dus een mooi uitgangspunt voor de kano, de fiets en de wandelaar.

We zijn begonnen op de Lange Linschoten. Een verbindingswater tussen de Oude Rijn en de Hollandsche IJssel.

Het is niet zover varen naar Oudewater en dan gaan we doen wat we vaak en graag doen: uitrusten. Tijd voor de koffie en de lunch en een kans om Oudewater te bekijken.

Oudewater is nog steeds een drukke plaats. Vooral veel passerende fietsers en motoren.

Handig is dat je hier een sluis hebt om van de Lange Linschoten naar de Hollandsche IJssel te varen. Minder handig is dat de sluis niet werkte. Dat betekende dus overdragen en via een kleine steiger weer instappen.

Op de achtergrond zie je de sluis.

Op bovenstaande foto zie je weer krachtexplosie van Tom. Het is hem toch gelukt zich in te houden en hij heeft verder heel sociaal meegevaren. Ik had eigenlijk niet anders verwacht.

verslag: Maarten en Jan
foto’s: Hans, Jaap en Jan