Begin september is er de laatste jaren de zeetrektocht. Dit keer naar de archipel ten zuiden van Fyn. Het reisdoel wordt wel gepland, maar een detailplanning per dag is niet zo heel erg nuttig. Het weer en vooral de wind bepalen heel veel. De voorspelde regen viel erg mee, maar de wind niet. Daardoor hebben we maar 3 van de geplande 6 dagen gevaren.

De eerste dag, 31 augustus, zijn we naar  Mommark gereden. We kampeerden op een prima camping aan een haven net over de grens in Denemarken.


Het is altijd weer verbazingwekkend hoeveel eten, kleding en tentspullen er in zo’n kano past.
Het water ziet er vanuit de haven bijna golfloos uit.


De eerste vaardag op zondag merkten we dat dat het golfloze tegenviel, terwijl het maar windkracht 4 was.

Zondag 1 september kwamen we aan op Ærø, een wat groter eiland. Gelijk achter het strand lag de camping. Het aanlanden was niet eenvoudig omdat de zee redelijk onstuimig was en het stand nogal stenig. Daarvoor waren de meeste boten te kwetsbaar.

Er was wel een speciale steiger om aan te leggen, maar voor ons niet zo bruikbaar met stevige golven.

Op de camping waren gelukkig plekken om uit de wind te zitten. Er lagen zelfs dekens klaar, zoals je ze soms op terrassen vindt.

Maandag gingen we verder naar het volgende eiland Drejø. Om de boten te beschermen was er een speciale zeewierstartbaan in elkaar gefröbeld. Echt gemakkelijk wegvaren was het niet maar je had minder last van de stenen.

Op Drejø, een klein eiland, was een kampeerplek bij het strand met eenvoudige voorzieningen en een gezamenlijke ruimte die wel te pas kwam, omdat het weer nog niet was om over naar huis te schrijven.


ons clubgebouw met cirkelvormige ramen

Opvallend op bovenstaande foto is wel dat 3 van de 6 deelnemers zitten te dineren uit het welbekende groene zakje met de zuurstofvanger. Ik, Jan Hordijk, wordt er al jaren om uitgelachen omdat het natuurlijk niet “echt” kamperen is, maar het wordt nu echt een trend. Nog even en je wordt uitgelachen als je niet uit het groene zakje eet, wat zeg ik: dineert. Het scheelt ook in de afwas, want je hebt geen bord nodig alleen een lepel.
Omdat ik toch wel hecht aan wat luxe sliep ik daar in een shelter. Een van de voordelen is dat je tent droog blijft en dat je bij harde wind geen haringen hoeft bij te plaatsen.


Inderdaad: ik ben er ook om uitgelachen. Ik voorspel dat er over een aantal jaren om gevochten wordt en dan lach ik in mijn vuistje.

De volgende dag vonden we de zee toch niet helemaal, zoals we de zee wilden hebben: te veel wind. Een uitgelezen kans om het eiland te verkennen en vooral de stad Svenborg. Ook raakten onze voorraden koek en zopie wat uitgedund.  Maar u raadt het al het was dinsdag dan is natuurlijk alles lukket: de Gammel Elmegaard, het museum, het café en de super, terwijl de Gammel Elmegaard op Tripadvisor bij “wat te doen in Svenborg” nog wel geadviseerd wordt.


Wij hebben dus op Drejø niet ons vakantiegeld kunnen verbrassen, maar het is verder een prachtig eiland om rond te wandelen.

Het strand vlak bij onze kampeerplaats.

Dit lijkt toch wel op een zeventiende-eeuws schilderij?

Op woensdag besloten we als laatste vaartocht maar een korte oversteek naar Ærø terug van een kilometer of 6 te maken. Het weer zag er redelijk uit. We hadden wel de wind tegen en we deden er daarom een kleine 2 uur over. De dag erna gingen de chauffeurs de auto’s van de vaste wal (Jutland) halen met de pont.

Mieke, Hanneke en ik hebben ons vermaakt met het eiland verkennen met de bus. Aan het einde van dag kwamen de chauffeurs weer terug. Het werd ‘s-avonds fris en we hadden volop de wind. Het was goed dat de boer droog hout gebracht had, zodat we met een vuurtje en in de luwte van mijn chalet konden dineren.


De laatste dag hebben we met de auto’s het eiland bekeken.


Aan het einde van de dag gingen we met de pont terug naar Mommark.

De bedoeling was om op de camping in Mommark nog even voor de stortbui onze tenten op te zetten. In mijn geval was het in de stortbui. Dat was mijn straf, ik ben calvinistisch opgevoed, omdat ik de dagen ervoor niet netjes in een tent was gaan slapen, maar mij wat “luxe” gepermitteerd had. Dat krijg je dat.

Ik kijk met veel plezier op de trektocht terug. Iets minder wind had gemogen, maar het is een hele mooie omgeving, die zeker de moeite waard is om te bekijken: mooie natuur en leuke dorpjes.
De deelnemers waren Aat, Mieke, Hanneke, Jan en Evert & Hans (de tochtleiders).