Dag 5 woensdag 6 juni: Varen van Bivak Mögelin naar Bivak Grütz

Wederom weer vroeg opgestaan, de oudjes willen weer vroeg vetrekken, er wordt helemaal geen rekening gehouden met de jongere generatie die volgende week weer gewoon moeten gaan werken.

Heel vroeg

Na met zijn allen een frisse ochtendduik te hebben genomen in De Havel zijn we weer op weg gegaan naar onze volgende bestemming.

Wederom weer een mooie vaardag. Bijna elk stukje van de Havel en anders wel de zijtaken van de Havel (er zijn er vele) vaar je door een mooi natuurgebied.

Na een uurtje of 2 varen kwamen we in het stadje Rathenow, Bij binnenkomst van dit stadje varen we langs de plaatselijke Kanovereniging, een heel mooi groot complex, mooi clubhuis met 2 grote botenloodsen en een mooi groot grasveld eromheen. Hier zijn we dan ook uiteraard uitgestapt voor een korte koffiepauze, we werden hartelijk ontvangen door de op dat moment aanwezige beheerder. Na een kort praatje en nadat we even hebben rond gekeken zijn we weer verder gegaan.

Bij Rathenau
In het centrum van dit stadje varen we met zijn allen in een van de weinige sluizen die we zijn tegengekomen deze week. Voorbij deze sluis hebben we even moeten zoeken naar een geschikte plek om te kunnen uitstappen, dat viel niet mee, maar we hebben toch nog een plekje gevonden. Achteraf hadden we beter onze boten achter kunnen laten bij de Plaatselijke Kanoclub.

Rathenow, een leuk oud stadje met een mooi centrum, hier wilden een paar personen wat rondkijken en een terrasje pakken en Martin (was hier al een paar keer eerder geweest) wilde nog een keer het “Optikindustrie museum” bekijken. Na wat heen en weer geloop kwamen we bij het museum aan, maar omdat we in tijdnoot kwamen hebben we toch maar besloten om het niet te doen. Martin wilde nog wel, maar de rest niet, dus zijn we onverrichte zaken weer teruggekeerd naar onze boten.

Na een lange tussenstop in Rathenow hadden we nog een aardig stukje (10 km) nog voor de boeg om op onze volgende bivak plaats te komen. Dit hebben we dan ook in een stuk doorgevaren en het ging wederom weer door een mooi natuurgebied.

 Knutseleen op Bivak Grütz, waarbij het onderscheid tussen doeners en denkers opvalt

Dag 6 donderdag 7 juni: Varen van Bivak Grütz naar Rastplatz Vehlgast

Sommigen zijn dol op primitieve omstandigheden, anderen minder. Tot de laatste categorie behoor ik. Na een tweetal dagen op bivakplaatsen met barre voorzieningen, zouden we nu weer naar een luxere bivakplaats gaan. Daar verheugde ik mij al op.  De tocht was prachtig. We moesten onderweg met onze kano’s door een extreem grote sluis (215 meter lang, 23 meter breed): Schiffsschleuse Grütz. Met wat passen en meten konden wij er met onze kano’s in.


Na een stuk varen kwam de nieuwe bivakplaats in zicht. Het zag er van ver af al prima uit. Goede voorzieningen: douches, toiletten, zwembad (de rivier), rolstoelvriendelijk, fitnessruimte (hoefde voor mij niet), bowlingbaan en restaurant en een gemakkelijk aan te varen strandje.

Helaas de toertochtleiding, in dit geval hou ik Wim Dieho verantwoordelijjk, besliste anders. We zouden doorvaren, zodat we de volgende dag vlakbij Havelberg zouden zijn. De faciliteiten zouden bij Rastplatz Vehlgast “ongeveer” hetzelfde zijn. Ongeveer hetzelfde: kras alles uit de bovenstaande opsomming weg. Je kan je niet voorstellen hoe iets minder dan niets iets kan zijn: je moest halsbrekende toeren uithalen om als persoon met boot naar boven te komen (geen gemakkelijk aan te varen strandje), we hebben bij een autochtoon moeten bedelen om een beetje water (nog een geluk dat we hem hebben tussen het struikgewas konden lokaliseren, want verder was het dorpje leeg). Sorry ik ben te negatief, zo leeg ook weer niet, er waren wel muggen. En een restaurant, dat natuurlijk wel gesloten was, maar je moet niet op elk slakje zout leggen. Het was allemaal niet zo erg, maar mijn mentale conditie was, op dat ogenblik, door de ontberingen op Bivak Mögelin en Bivak Grütz al behoorlijk aangetast.

Je moest in deze negorij inderdaad behoorlijk opletten, wat MIeke bemerkte toen zij haar knie stootte na het zwemmen in de Havel. Haar gewonde knie werd door een gespecialiseerd traumateam aangepakt. Uiteindelijk werd, omdat we in een vogelrijk gebied zaten, voor een zwaluwstaartpleister gekozen.

We hebben alleen het linkerdeel voor de pleister gebruikt. De vogel had daarna wel moeite met vliegen.

Vehlgast

Wij zaten bij de gele pijl.
Het dorpje ten noorden van onze “camping” was best grappig, maar de bewoners waren, waarschijnlijk, gevlucht, want de straten waren leeg.

 

wandeling naar het dorp

het dorp, best leuk maar niet echt van alle gemakken voorzien
wel allemaal biologisch

Dag 7 vrijdag 8 juni: Varen van Rastplatz Vehlgast naar Havelberg (Ria)

De nachtelijke sanitaire wandeling in het aardedonker leverde een prachtige sterrenhemel op met geruisloze steelpannen, grote beren enz. Om de stemming erin te brengen bedacht de plaatselijke boer om 6.40 uur dat één strook gras langs onze slaapplek gemaaid moest worden. Iedereen klaarwakker, het gerommel met de pannetjes kon nu wel beginnen.

Om 9.15 uur vertrokken we voor een korte tocht van 11 km deels door een zijstroompje met witte sternen, kraanvogels, witte reigers en tot het laatst begeleid door de wouwen.

Er volgt nog een laatste traditionele zwempartij en we varen Havelberg binnen. Op de oever zien we mooie, oude kleurrijke gevels, prachtige kerken hoger op de heuvel. Dan op zoek naar de camping, uitstappen bij de roeivereniging, laatste keer sjouwen naar een schaduwrijk plekje. Nadat ik mijn tentje had opgezet even rust met een hapje.

De heren chauffeurs gingen per taxi naar de auto’s en de rest had vrijaf. Je kon zwemmen op een privéstrandje, maar ik koos met enkele anderen voor koud bier op het terras van de camping.

Daarna een fikse wandeling naar de stad en de supermarkt; onderweg nog restaurantjes gezocht voor de avond.

 zoek de verschillen

Toen de chauffeurs terug waren nog wat gedronken, daarna heerlijk gegeten op het terras van La Fontana. Rond 11 uur terug en wegens muggen en vermoeidheid door de hitte lekker naar de tent en slapen.

Dag 8 zaterdag 9 juni: Varen op de Elbe

Zaterdag stond de Elbe op het programma, op advies van Martin, omdat de natuur daar zo mooi is. Ik had andere plannen: in Havelberg is een ‘Erlebnisbad’ en dat wilde ik bezoeken. Aan het eind van de dag zou ik Wim in Wittenberge weer ophalen en terug naar de trailer brengen. Even voorbij Gnevsdorf zijn de kanovaarders te water gegaan, een mooi punt waar je met auto redelijk dicht bij het water kan komen.

De rivier was spiegelglad en er stond een beste stroom mee, dus de zwemvesten waren op deze dag overbodig. Na de koffie zwaaide Ries ons uit en vermaande ons om vooral voorzichtig te zijn bij het varen. Hij werd al snel een kleine stip op de oever van de Elbe. Ondertussen pakte donkere wolken zich samen in het zuiden. Het was inmiddels benauwd warm geworden maar de buien bleven achterwege.

“Zeearend” schreeuwde Martin enthousiast en inderdaad een Wauw (die is bij ons ook zeldzaam) werd van zijn zitplaats gejaagd en de grote Pinoachtige vogel pikte zijn zit plek in. Maar bij het zien van acht kleurrijke kano’s hield hij het al snel voor gezien, schudde even zijn kop en ging na een minuutje weer op de vleugels.


De Elbe, grensrivier tussen het vroegere Oost en West Duitsland

Rond een uurtje of 1 gingen we even lunchen, op een mooie plek, onder een populier, in een weide waar ook de koeien lopen te grazen met de welbekende luchtjes.

Om een uurtje of 3 was het weer onze laatste zwem en rust pauze van deze tocht. We bleven nog een half uurtje langer op de kant zitten om op te drogen van het zwemmen. Onderwijl we daar op de kant zaten kwam er een man voorbij gezwommen, die had een klein bootje op sleeptouw (soms zie je de gekste dingen onderweg). Vlak voor de brug bij Wittenberge stond Reis ons al op te wachten. Hij stond daar te schreeuwen en uitbundig te zwaaien met zijn broek, omdat wij hem anders niet gezien zouden hebben.

Zo kwam er een einde aan de laatste mooie vaardag van deze trektocht.

Temperatuur was alweer boven de 30 graden. Het zwembad bleek een mooi, groot, maar spartaans (want onverwarmd) open lucht zwembad, maar wel met 3 duikplanken. Met de allure van het oude zwembad ‘De Hoorn’ waar ik als kind van badmeester Juul zwemles kreeg in ijskoud water. Door het mooie weer was het water wel lekker om te zwemmen. Daarna op mijn gemak naar Wittenberge. Onderweg kwam ik een mooi kuuroord tegen ‘Kristalltherme Bad Wilsnack’, een mooi gebouw met mozaïekvloer en kristallen kroonluchters. En een vrij toegankelijk reusachtig houten bouwwerk van 60 meter lang en 5 meter hoog met meidoorntakken waarlangs mineraal water stroomt, goed voor de luchtwegen. Helaas geen tijd om een kuurtje te doen, de groep roept. Onderweg naar Wittenberge zag ik de groep reeds varen. De groep had een leuke relaxte tocht gehad met veel zwempauzes.


Op de terugreis nog even langs het kuuroord gereden en ook de Heilige Bloedkerk bezocht, gelukkig vond de groep dat wel leuk. ’s Avonds weer copieus gegeten bij de Italiaan.