Havelberg, op de laatste camping van de tocht.

 

Dag 1 zaterdag 2 juni:  De Heenreis naar Ketzin

Klaar voor de start

 

Onderweg nog even de banden oppompen, dat waren we vergeten.

De reis verliep voorspoedig en na 2 tussenstops kwamen we rond een uur of half 4 in een file terecht. Maar geen nood, de eerst de beste afslag genomen, een binnendoor weggetje naar de plaats van bestemming. Op het einde daarvan kwamen we bij een pontje terecht waar per oversteek maar 5 à 6 auto’s op konden. En aangezien er al een lange rij stond werd het dus lang wachten voordat we konden overvaren.

Op het pontje

Uiteindelijk kwamen we om 5 uur op de camping aan: tentje opzetten, even borrelen en daarna uit eten.

Wachten op het eten.

Dag 2 zondag 3 juni:  De eerste vaardag van Ketzin naar Brandenburg an der Havel

Rustige nacht gehad in Ketzin, ook al slaap ik sowieso beroerd op dat dunne matje. Jammer dat ik van de vroege stemmen, bewegingen en kookgeluiden (benzinebranders!) van mijn enkele medekanovaarders zo verdomd vroeg wakker (alles vóór 8 uur dus) word, terwijl ik eindelijk diep in slaap ben gevallen….

Tja, dat valt niet altijd mee, dat instappen.

De eerste inpak is het spannendst: gaat alles wel in de kano? Nee dus, want iedereen vaart met gevuld dek: Aat uitgezonderd, knap werk! Te water gaan is op deze plek niet moeilijk, het gras gaat zonder steile kanten over in het water. Dat is al op Spaanse temperaturen, zo warm heb ik het op onze breedtegraad nog nooit meegemaakt. Dit zal de week worden waarin we soms driemaal per dag gaan zwemmen, dankzij die temperatuur, de uitstekende waterkwaliteit van de Havel en de harde zandbodem op veel plekken.

Een nieuw vaargebied voor mij en AKV, heel anders dan de bovenloop van de Havel ten noorden van Berlijn. De Havel tussen Berlijn en de Elbe is een unieke mix van natuurlijke water- en landbouwlandschappen zoals wij niet hebben. Het lijkt soms een beetje op de Drawa of het Reitdiep (je kijkt altijd tegen het land en de akkers op), soms op Nieuwkoop, soms op de IJssel. Altijd is de oever begroeid met hoge wilde wilgen in alle fasen van opgaan, groeien, omvallen en doodgaan. Verder naar het westen blijven die als dode witte staken staan als uitkijkpost voor de visarenden en wouwen.


rode wouw
Van de oude snelstromende Havel is niks meer over, want hij stroomt nauwelijks meer, de bochten zijn afgedamd en overal is er gegraven (turf?) en zijn plassen ontstaan, die nu bevolkt worden door plezierbootjes. Wij zijn deze dag nog met weinig plezier begonnen – los van dat proppen – want het is zwaar bewolkt, ‘t kan elk moment gaan regenen, en uiteraard is iemand iets vergeten. Dit keer der Leader zelve, zijn zonnebril ligt nog in de auto. Na dat kwartiertje extra gaan we gezamenlijk op pad over een stuk gekanaliseerde Havel, waar we de enige beroeps- (d.w.z. vracht-)schepen van de hele week tegenkomen. Voorbij Brandenburg gaan die westwaarts richting Mittellandkanal, terwijl wij de kronkelende oude Havel volgen, die ooit de hoofdroute tussen Hamburg en Berlijn was. Zo gauw mogelijk duiken we een oude zijarm in, daar begint voor mij als vogelaar het Walhalla, want hier zit om de honderd meter een grote karekiet (!). Joepie, die heb ik lang niet gehoord of gezien, hier zitten er meer dan bij ons de kleine karekiet. De grote karekiet is bij ons bijna uitgestorven, want die heeft hoog oud riet nodig en dat groeit hier in overvloed. Het wordt wel 5 meter hoog, bijna bamboe – mogelijk dankzij de stevige zandbodem. Duidelijk een andere rietsoort dan bij ons. Ook andere vogels komen deze week langs, voorop de rode en zwarte wouw, met hun leuke (kantelende) stuurbewegingen met hun gevorkte staart de sierlijkst zeilende roofvogels die ik ken. Overal zien we die boven de Havel en langs de oevers. De blauwe reigers zijn hier een maatje groter dan bij ons de stadsreigers – lijkt het. Deze week is als vogelweek sowieso geslaagd, met al de eerste dag een paar zeearenden (één ving een grote vis!), en verder bijna elke dag een visarend.

zeearend
Verderop een zwarte ooievaar (jaren niet gezien), zwarte – en witvleugelsterns, nachtegalen en een enkele wielewaal (zelfs een die een koekoek fel achterna zat). En gedurende deze week cumulatief honderden koekoeken, roepend en vliegend – ik kan geen koekoek meer horen….. Wat ik miste waren de kleine rietzangertjes en de zaagbekken, terwijl er in dit visrijke water opvallend weinig futen zitten, hoe kan dat nou?

Die kronkelende zijtakken zijn heerlijk rustig, ondiep en dicht begroeid, heel anders en landschappelijk mooier dan Nieuwkoop, vind ik. We steken verderop enkele meren over, ter grootte van de Braassem, met korte golven die geen probleem geven want het waait nauwelijks. De meeste grote karekieten die je hoort (met typisch krassend keelgeluid) zie je niet, want ze lijken op een rietpluim. Bij de Trebelsee zie ik er eentje zowaar in een boomtop zitten. Na twee nog wat onwennig zware vaaruren gaan we ergens op de rechter oever aan wal tussen bomen en riet voor de eerste koffie-annex lunchpauze.

Tegelijk gaat een hele kleuterschool grauwe ganzen voor ons op de loop het water in, maar de zeearend is al weg gezeild en mist deze vette buit.

We lopen al Brandenburg (met mooi silhouet vanaf het water) binnen als de zon doorkomt, eindelijk. Door Brandenburg nemen we de trein om aan de andere, lagere kant van het vaarwater te komen, want hier liggen onneembare duikers en stuwen, en de grote sluis is ons te groot.

Dat treintje is een kanokarretje op rails dat vanuit het ene water één kano per keer over rails uit het water rijdt – over de straat – naar de lagere kant.

En maar wachten, Mieke

Ja, hier wordt eventjes keihard gewerkt.

En zo moeten alle elf kano’s overgereden worden, terwijl enkele Canadeesvaarders van de andere kant wachten tot wij klaar zijn, een zware klus met deze warmte, maar wel leuk. Nu is het nog een kleine ommetje langs de oude stad naar de kanoclub waar we onze tenten kunnen opzetten. Het toiletgebouw ligt apart en wordt meteen druk bezocht – deze club zit nog in oude gebouwen, de meeste ex-DDR kanoclubs hebben gebouwen waar wij nog jaloers op kunnen zijn!  ‘s Avonds gaan we uit eten, maar dat is niet zo makkelijk als gedacht. Na lang zoeken eindigen we bij een soort Argentijnse grill, waar we uit vele soorten vlees kunnen kiezen, behalve Eisbein. Brandenburg ziet er nu echt heel anders uit dan toen ik vlak na de Wende hier doorheen reed. Alles was toen grauw en grijs, er lagen nog WO2-puinhopen, en het stonk naar steenkoolrook – niets wat ik met Bach-muziek associeerde. Het stonk er nu niet meer, maar duidelijk is te zien dat er veel leeg staat in de dit vroegere stukje DDR.

En dan weer onze tentjes opzetten.

Dag 3 maandag 4 juni:  De tweede vaardag van Brandenburg an der Havel naar Kützkow

Eigenlijk wordt het ’s-nachts nauwelijks donker zo in deze tijd van het jaar. Als je om half zeven je tent openritst schijnt de zon al uitbundig. Om mij heen zijn er ook al volop activiteiten gaande. Zo kan je zwemmen in de rivier, meedoen met zen-gymnastiek bij Martin, een calcudoku oplossen bij Jan of je neus volgen en bij Theo en Aat uitkomen die gebakken eieren met spek hebben als ontbijt. Mijn buurvrouw heeft een havermoutpapje met melk. Een soort oplos-kant-en-klaar-goedje waar je alleen water bij moet doen. Zelf verloochen ik mijn afkomst niet en eet een boterham met kaas. Tent opruimen gaat makkelijk omdat alles droog ingepakt kan worden. We zitten al snel op het water en vandaag varen we van Brandenburg via prachtige natuurgebieden naar Kützkow.

Geen overdragingen of stuwen. Het water is mooi helder en lekker warm. Na een uurtje varen zijn we vlak voor een groot meer en stoppen we even bij een pontje waar een handig uitstap plekje is. Een paar geschutskoepels op de kant herinneren eraan dat het hier nog niet eens zo heel lang geleden allemaal heel anders was. We doen onze zwemvesten aan en varen de Breitlingsee op.

Prachtig groot water en nauwelijks golven. Via de Plauersee weer verder over de Havel. Ik zie roofvogels boven mijn hoofd, mooie rietvelden, waterlelies, oude bomen en de vriendelijke boerderijen in het landschap maken het plaatje compleet. Het is echt vakantie zoals je het leest in de betere reisbrochures. We zoeken één van de vele zandstrandjes langs de rivier op om te eten en uit te rusten hoewel we natuurlijk niet echt veel kilometers maken deze reis. Maar, we hebben immers geen haast en het is echt vakantie. Even zwemmen en vervolgens het laatste stuk naar Kützkow. We stoppen die middag bij Camping Engler.

En gezamenlijk je eigen prakje koken

Een mooie plek aan het water met werkelijk prachtig sanitair. Design donkergrijze tegels en een regendouche die thuis niet zou misstaan. Een klein avondwandelingetje bracht ons bij een pontje iets verderop.

We zijn even heen en weer geweest om te ontdekken dat het aan de andere kant van het dorpje ook heel stil was. Boerenzwaluwen in de avondzon. Heel ver weg een kerkklok, een boerenkar die ratelt over keien. Je ruikt het verse hooi en proeft als het ware de smaak van melk en honing. Moeiteloos stel ik mij een dorp voor zoals dat vroeger was. Ik ga mijn tent in en geniet van de zwoele zomeravond geluiden die overal, heel dichtbij om mij heen zijn.

Dag 4 dinsdag 5 juni:  De derde vaardag van Kützkow naar bivakplaats Mögelin

Na een voorspoedig vertrek van de camping in Kützkow ging het verder door een prachtig landschap. Een sterk kronkelende rivier met prachtige oevers. Martin riep regelmatig: kijk naar links (of rechts) of naar boven, en dan werden we verondersteld een zee- of visarend te zien, of een wouw of een karekiet; enfin, de hele vogelgids van Europa vloog voorbij.

Gezellig met ze allen op een kluitje in de sluis.

“Hoogtepunt” van de dag was uiteraard het bezoek aan het “Dr. Kneipppad” in Bahnitz. Op een grote display stonden de wijsheden en regels van dominee Sebastiaan Kneipp uitgelegd.

Uiteraard kon alles in de praktijk worden gebracht: er waren een zestal hokje, waar je doorheen kon lopen, op je blote voeten uiteraard. Eén met water, met dennenappels, houtsnippers, enz. Allemaal heel gezond voor je voeten.

Maar verder ging het weer. Onderweg nog een stop in Premnitz. Daar werd de plaatselijke supermarkt bezocht.

Er werd aan kunst gedaan in deze stad, een gigantisch kubus aan de oever van de rivier. Bovenop een prachtig uitzicht over de Havel en zijn uiterwaarden.

En een soort kunstparkje (modern) met o.a. glasobjecten.

Na een korte vaartocht kwamen we aan op het bivak Mögelin. Totaal kenmerk van de dag: heet, meer dan 30 graden. Te warm, als je mij vraagt.

Met zijn allen pannenkoeken bakken met meester-kok Wim

En daarna met zijn allen aan het kampvuur.

(wordt vervolgd)